Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Herzieningswet Kadasterwet I

 

Artikel XXIII
1
Na de inwerkingtreding van de desbetreffende onderdelen van artikel I van deze wet berusten de uitvoeringsvoorschriften:
a
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 4, eerste lid, eerste en tweede zin, en tweede lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Organisatieregeling Kadaster 1994, op de artikelen 4 en 4a, eerste lid, van de Kadasterwet;
b
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 4, eerste lid, derde zin, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, op artikel 4a, tweede lid, van de Kadasterwet;
c
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 4, derde lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, op artikel 4a, derde lid, tweede zin, van de Kadasterwet;
d
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 8, tweede lid, tweede zin, en derde lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, Regeling teboekgestelde schepen 1994 en Regeling teboekgestelde luchtvaartuigen 1994, op artikel 8, tweede en derde lid, van de Kadasterwet;
e
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 10, derde en vierde lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, onderscheidenlijk Maatregel te boek gestelde luchtvaartuigen 1996, op artikel 10 van de Kadasterwet;
f
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 12, derde lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, Regeling teboekgestelde schepen 1994 en Regeling teboekgestelde luchtvaartuigen 1994, op artikel 12, tweede lid, onderdeel a, van de Kadasterwet;
g
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 15, tweede, derde, vierde en zesde lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, Regeling teboekgestelde schepen 1994 en Regeling teboekgestelde luchtvaartuigen 1994, op artikel 15a, eerste lid, derde zin, tweede, derde en vierde lid, van de Kadasterwet;
h
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 17 van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, Regeling teboekgestelde schepen 1994 en Regeling teboekgestelde luchtvaartuigen 1994, op artikel 17, eerste lid, van de Kadasterwet;
i
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 46, derde lid, derde zin, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994, op artikel 46, vierde lid, derde zin, van de Kadasterwet;
j
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 85, vijfde lid, tweede zin, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Regeling teboekgestelde schepen 1994, op artikel 85, vierde lid, tweede zin, van de Kadasterwet;
k
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 99, tweede lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, Regeling teboekgestelde schepen 1994 en Regeling teboekgestelde luchtvaartuigen 1994, op artikel 107, eerste lid, onderdelen a en b, van de Kadasterwet;
l
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 102, tweede lid, eerste en tweede zin, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, op artikel 107, onderdelen a en b, van de Kadasterwet;
m
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 102, derde en vierde lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in het Kadasterbesluit, onderscheidenlijk de Kadasterregeling 1994, op artikel 100, tweede lid, onderscheidenlijk 107, onderdeel f, van de Kadasterwet;
n
voorzover totstandgekomen krachtens artikel 103, tweede lid, van de Kadasterwet zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Kadasterregeling 1994, op artikel 106, derde lid, van de Kadasterwet, en
o
voorzover totstandgekomen krachtens de artikelen 106, tweede lid, en 107, tweede lid, van de Kadasterwet zoals die artikelen luidden voor de inwerkingtreding van deze wet en opgenomen in de Regeling teboekgestelde schepen 1994, onderscheidenlijk Regeling teboekgestelde luchtvaartuigen 1994, op artikel 107, onderdelen a en b, van de Kadasterwet.
2
Degene die na de inwerkingtreding van deze wet bewaarder van het kadaster en de openbare registers is aan een kantoor van de Dienst van het kadaster en de openbare registers, geldt als met inachtneming van de eisen van artikel 6, tweede lid, van de Kadasterwet te zijn benoemd tot bewaarder van het kadaster en de openbare registers.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •